De piek van de coronacrisis ligt – hopelijk – achter ons. Wat hebben we ervan geleerd? Allereerst: voor goede zorg is samenwerking onontbeerlijk maar ook lastig te realiseren. Ten tweede: als het moet, kunnen we in korte tijd veel vooruitgang boeken. Hoe nu verder? Wat houden we vast en wat gaan we doorontwikkelen? Presentator Eva Brouwer vroeg een tiental stakeholders en experts het hemd van het lijf.
Blok 1: ‘De juiste zorg op de juiste plek’
Volgens Dianda Veldman (Patiënten Federatie) zijn we nog een flink eind verwijderd van de juiste zorg op de juiste plek. ‘Dan zou er meer zorg zijn thuis of op de plek waar je bent. De zorg wordt nog altijd niet gebouwd met de patiënt als spil.’ Leonard Witkamp (Ksyos) denkt dat de helft van de zorg de ziekenhuizen uit kan, naar huis, onder digitale supervisie van de specialist uit het ziekenhuis, met verdere ondersteuning door bijvoorbeeld een paramedicus en thuiszorg. Maarten van Rixtel (Sensire) ziet de manier waarom we de zorg hebben georganiseerd, namelijk in organisaties, als een bottleneck. ‘Organisaties kijken met name naar hun eigenbelang.
Leonard pleit ervoor gezondheid te belonen in plaats van (de bestrijding van een) ziekte. ‘We moeten ruimte bieden aan innovatieve toetreders. Je kunt immers moeilijk van zorginstellingen verwachten dat ze zichzelf aan opeten.’ Diederik Gommers (Erasmus MC): ‘In feite is ons model verkeerd ingericht, want in de markt zijn we elkaars concurrenten. Desondanks hebben we aangetoond dat we heel goed kunnen samenwerken. Als we het anders organiseren, kunnen we stappen vooruit zetten. Voorwaarde is wel dat we het personeelstekort oplossen.’
Meer ouderen, minder mantelzorgers
Willeke Bakker (PWC) laat een slide zien waaruit blijkt dat niks doen geen optie is. ‘In 2040 zal het aantal 75-plussers zijn verdubbeld terwijl de beroepsbevolking gelijk zal blijven en het aantal mantelzorgers gehalveerd zal zijn. Dat betekent dat we zorg anders en slimmer moeten gaan organiseren. Covid heeft aangetoond dat dat anders kan, bijvoorbeeld door digitalisering en door domeinoverstijgend samen te werken.’
Dianda breekt een lans voor telebegeleiding, waarbij mensen zelf gezondheidswaarden meten en die delen met en laten beoordelen door deskundigen. ‘Dat kan de zorg efficiënter maken. Wel moeten we er daarbij voor waken dat de zorg niet onpersoonlijk wordt.’ Volgens Leonard is de techniek er klaar voor. ‘De hulpmiddelen worden steeds compacter; bijvoorbeeld een holterapparaat om de hartritmedynamiek te meten. Vroeger moest je daarvoor naar het ziekenhuis, later naar de huisarts en nu krijg je een kastje mee naar huis.’
Dillema’s bespreken
Maarten pleit voor betere uitwisseling van informatie tussen zorgprofessionals. ‘In de huisartsenzorg – en dat zijn dus niet alleen de huisartsen – is bekend welke mensen kwetsbaar zijn. Als we erin slagen deze mensen te leren hoe ze met die nieuwe techniek moeten omgaan, zijn ze dolblij. Ik bestrijd dat zij niet met de nieuwe technologie aan de slag willen. Wel zullen we de koudwatervrees moeten wegnemen.’ Leonard: ‘Ik ben een groot voorstander van innoveren, maar laten we ook nadenken over hoe we het huidige systeem veilig kunnen afbouwen.’ Gommers sluit daarbij aan. ‘Ons personeel zit aan de grens; we zullen het wel anders moeten organiseren. Daarbij moeten we de ethische dilemma’s niet uit de weg gaan en met mensen moeten bespreken wat hun wensen. Levensverlenging is niet altijd zinvol en wenselijk.’
Poll 1: Wat is de grootste belemmering om de juiste zorg op de juiste plek te krijgen?
- 41% Financiering van de zorg, inclusief perverse prikkels
- 34% Wachtlijsten in de zorg die de doorstroming belemmeren
- 14% Anders
- 11% Complexiteit bij de uitwisseling van patiëntgegevens
Blok 2: Waar zou technologische innovatie rondom de zorg van ouderen primair op gericht moeten zijn?
Blok 2 wordt ingeleid door Eric Boldingh, voorzitter van de cliëntenraad Topaz. ‘Onze Raad van Bestuur heeft laatst een rapport gemaakt over domotica. Goed initiatief, maar erg aanbodgericht in plaats van vraaggericht. Ik ben zeventig. Wat zou ik belangrijk vinden als ik zorgbehoevend word? Allereerst: veiligheid. Dat mensen me kunnen volgen. Ten tweede: de mogelijkheid om te communiceren met zorgprofessionals en mijn familie, dat ik kan meekijken in mijn dossier en kan zien dat alles werkt. Daarna, op de derde plaats pas: domotica die me helpt met lastige klusjes zoals het in- en uitschakelen van de verlichting en het opendoen en sluiten van de gordijnen.’
Meer consults online
Bart Timmers (Huisartsen Bergh) moest lang lobbyen bij patiënten voor zaken waarover ze nu blij zijn. ‘E-consult bijvoorbeeld. Ik spreek nu 15-20 patiënten op die manier per dag. Ik wijs ze er dan op dat ze in het vervolg ook een berichtje kunnen sturen in plaats van een consult aan te vragen. Daardoor kan ik u wat meer tijd nemen voor ingewikkelde diagnoses. Eenvoudigere gesprekken gaan steeds meer online. Overigens blijft mijn agenda desondanks overvol.’
Volgens Nico van Meeteren (Top Sector Life Science en Health) is de uitdaging om minder over en meer met mensen te praten.’ Hij voegt de daad bij het woord en staat zijn stoel aan tafel af een Eric Boldingh.
Walter van Kuijen (smartQare) bedacht een applicatie (‘viQtor’) die in veel opzichten voldoet aan de wensen die Eric eerder schetste. ‘Daarvoor moesten we wat nieuwe dingen ontwikkelen en dat valt niet mee in Nederland.’ Lia de Jongh (Topaz) bepleit vooral zinnige oplossingen. ‘De Zora zorgrobot is misschien leuk, maar kan geen steunkousen aantrekken. Een iPad met een goede app is dan een stuk zinvoller. Vraag de klant waar hij bij gebaat is. Die viQtor lijkt me overigens wel zinvol, want hij draagt eraan bij dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven.’
Volgens Michael Rutgers (Longfonds) komt goede zorg dichterbij als we voor onszelf zouden afvragen waar we behoefte aan zouden hebben als we zorg nodig zouden hebben. ‘Het gaat om de mens, niet om de technologie. De mens moet centraal staan. Die moet ook toegang hebben tot zijn eigen data.’
Walter hekelt de manier waarop de ontwikkeling van zorginnovatie wordt bekostigd. ‘Veel te ingewikkeld. In een land als Israël zie je veel meer zorginnovaties, omdat daar meer experimenteerruimte is – en die gaat gepaard met ruimere financiële mogelijkheden.’ Bart sluit zich daarbij aan. ‘Bij mij werken een paar innovaties goed, maar dat komt omdat er eerst een paar dingen fout zijn gegaan. Digitalisering van de zorg moet een prominentere rol krijgen in het onderwijs. Het is niet iets wat je erbij doet, het ís een onderdeel van van je hele dienstverlening.
Poll 2: Waar zou de technologische innovatie rondom de zorg primair op gericht moeten zijn?
1 34% Aanpassing van de zorg met als doel perverse prikkels weg te nemen
2 31% Betere gegevensuitwisseling tussen zorginstellingen en professionals
3 22% Minder marktwerking in de zorg
4 13% Anders
Blok 3: Nú samenwerken
Volgens Niels vergroot technologie de mogelijkheden om samen te werken en om over én met de patiënt te communiceren. ‘Voorheen kreeg je in ons ziekenhuis na een hartinfarct vier keer een face to face consult. Minstens de helft daarvan was wat wij noemen een felicitatieconsult: ‘Het ziet er goed uit, tot de volgende keer.’ Zonde van de tijd van dokter en patiënt. Nu vindt de helft van de consulten nu thuis aan tafel plaats. De patiënt krijgt een box mee en heeft een gesprek met een verpleegkundige. Daardoor hebben we het aantal face to face consulten kunnen verminderen met dertig procent. Het liep al voor corona, maar door corona is deze manier van werken versneld geaccepteerd geraakt.’
Geduld
Jeroen Kemperman (Achmea): ‘Wij werken al samen met Niels en kennen de box. Experimenteren en implementeren van nieuwe technologie gebeurt normaal gesproken in drie fasen. Dat vergt wat geduld. We willen immers het liefst beginnen in fase drie: aan de slag gaan met klinisch bewezen technologie. Dat is irreëel. Het duurt even voor technologie is getest en foutloos werkt.’
Maarten is tien viQtors van Walter aan het testen. ‘We zijn er enthousiast over, omdat we burgers veiligheid willen bieden. Kunnen we dat niet, dan kunnen en willen burgers niet meer thuisblijven en komen ze in de zorg terecht. Dat wil iedereen voorkomen. We zijn er pas net mee bezig maar zien al wel dat het apparaat intuïtief werkt en ook waardevolle informatie geeft als de drager niet op eigen kracht informatie kan verzenden, bijvoorbeeld als hij gevallen is.’
Willeke vertelt over een project van PWC met onder meer de gemeente Rotterdam als partner. ‘Hier en op zeven andere plekken in Nederland werken we aan een sociale benadering van dementie. Vanuit de mens dus. Het doel is dat mensen met (een vermoeden van) dementie zich gezien voelen. Hun relaties verbeteren daardoor en gemiddeld blijven ze negen maanden langer thuis wonen.’
Oog voor mantelzorger
Volgens Niels kunnen zorgverzekeraars de zorg verbeteren door mantelzorgers nadrukkelijker te ondersteunen. ‘Uit onderzoek horen we dat mantelzorgers graag even naar buiten willen kunnen. Kortom: niet een interventie op de patiënt maar op de mantelzorger. Dat vergt creatief denken en co-creatie, want als de mantelzorger door overbelasting uitvalt hebben we met zijn allen een groot probleem. Denk aan een soort digitaal oogje in het zeil, een camera of een sensor. Er zijn al wel systemen die die kunnen maar ze zijn nog niet perfect.’ Maarten vindt het een goed idee. ‘Wel moeten we dan manieren bedenken om het aantrekkelijk te maken dit soort innovaties door te ontwikkelen. Overigens: we doen altijd alsof vallen in huis niet te voorspellen valt. Onzin, dat kan heel goed. We hebben alleen niet de beschikking over de data die ons op tijd waarschuwen.’
Scoop
Wethouder Sven de Langen heeft een scoop. ‘Ik heb zojuist mijn ontslagbrief ingediend bij burgemeester Aboutaleb. Ik word bestuurder in de ouderenzorg. Ik ben opgeleid als fysiotherapeut, de zorg trekt me nog steeds en ik vind de ouderenzorg boeiend.’ Dat gemeenten in 2015 digitalisering niet als hoogste prioriteit hadden en dus nog een slag te maken hebben, valt volgens hem goed te verklaren. ‘We kregen er van het Rijk een aantal taken bij, ook op het gebied van zorg. We kregen het maar kort van te voren te horen en moesten meer gaan doen met minder geld. Vandaar dat we eerst de back office op orde hebben gebracht.’ Op de vraag wat corona ons heeft gebracht antwoordt De Langen: ‘Zonder corona waren we niet zo ver met digitalisering dan we nu zijn. De verzekeraars zeiden: we willen het recht op digitale zorg. Vind ik tof. Ik denk dat WMO de oplossing is om langer zelfstandig in de wijk te blijven wonen mits we dat faciliteren.
CD-ROM kwijt
Het slotwoord is aan Nicole Plas, spreker voor de zorgsector en daarnaast patiënt en ervaringsdeskundige: ‘Ik word enthousiast van de bevlogenheid hier aan tafel en had me voorgenomen daarin mee te gaan, tot het moment dat ik vanochtend een telefoontje kreeg van mijn poli dat ze mijn cd-rom kwijt zijn. Voor de tweede keer in vier maanden. Daardoor moet ik opnieuw een MRI-scan laten maken. Dit soort zaken overkomt natuurlijk meer mensen. Ze vallen daardoor tussen wal en schip. We moeten minder praten, over ego’s heen stappen, schotten afbreken, data delen en gewoon doen. Maar verlies de warme zorg niet uit het oog.’
Volgende Mobile Health Care Event: 17 november (live) in Jaarbeurs Utrecht.