Het liefst zouden we technologische innovaties massaal omarmen. Toch staat niet iedereen te popelen. Zo vragen veel mensen zich af hoe het zit met hun data. Kan iedereen die inzien? Alle reden voor een stevig gesprek tussen presentator Sabine Uitslag en enkele experts uit de zorg.
Hans Bossink is van SmartQare, een Nederlandse startup die een oplossing ontwikkelt om kwetsbare ouderen op afstand te monitoren, zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen. ‘Onze oplossing bestaat uit twee delen: een armband met sensoren die wordt gedragen op de bovenarm en een daaraan gekoppeld dataplatform. De band meet een aantal vitale waarden en heeft valdetectie, GPS en een helpknop. Als er iets gebeurt met de drager van de armband weten we wat er aan de hand is en waar de persoon in kwestie zich bevindt. Onze oplossing zal medisch gevalideerd zijn, wat betekent dat de zorg op basis van de data die wij genereren beslissingen kan nemen.’
Leren en verbeteren
Presentator Sabine Uitslag: ‘Als ik zo’n armband draag, krijgt mijn zorgverzekeraar die informatie dan ook?’ Hans: ‘Bij de ontwikkeling van onze oplossing hebben wij altijd een cliënt voor ogen. Wij noemen haar mevrouw Jansen. We zullen altijd vanuit haar perspectief redeneren. Waar is mevrouw Jansen het beste mee geholpen? Ons doel is dat onze oplossing gewild wordt, omdat hij het leven van ouderen prettiger en veiliger maakt. Natuurlijk hebben we daar ook data bij nodig, zodat we leren, incidenten kunnen voorkomen en ons product verder kunnen verbeteren.’
Technologie wordt al volop ingezet in de langdurige zorg. Xenia Kuiper, programmamanager robotica bij Philadelphia (ondersteuning voor mensen met een beperking) geeft een voorbeeld: ‘We werken al vijf jaar met en aan een sociale robot. Op vier van onze vijfhonderd locaties ondersteunt een robot onze zorgprofessionals 365 dagen per jaar. Die teams willen de robots niet meer kwijt. Ze nemen werk uit handen, maar dat niet alleen. Zorgtechnologie is ook gewoon leuk en ondersteunt onze cliënten in hun zelfstandigheid. We willen nu dolgraag opschalen. We hebben nu zes robots op 8.600 cliënten; dat moeten er veel meer gaan worden.’ Innovatiecoach Randall van Poelvoorde prijst de aanpak van Philadelphia. ‘Dit is zoals het hoort. Je moet die dialoog continu voeren. Niet alleen omdat de technologie voortschrijdt, maar ook omdat wij mensen veranderen – en ook onze opvattingen.’
Kansrijke innovaties
Karin Bleeker, senior beleidsmedewerker bij het ministerie van VWS, schetst drie innovaties die door VWS kansrijk worden geacht. ‘De eerste is inmiddels vrij bekend: het slimme incontinentiemateriaal. Wat Conny Helder van tanteLouise zegt klopt: iedereen heeft recht op droge billen. Een andere veelbelovende innovatie is de heupairbag, ook wel ‘wolk’ genoemd. Die voorkomt dat mensen hun heup breken als ze vallen. Een proefschrift heeft aangetoond dat de meeste mensen in de ouderenzorg die in het ziekenhuis belanden daar komen vanwege een gebroken heup. Als we op deze manier het aantal heupfracturen weten te verminderen, voorkomen we een hoop narigheid en verminderen we de druk op de zorg. De derde innovatie die ik wil noemen is de leefstijlmonitoring. Die geeft mensen meer vrijheid om te gaan en te staan waar ze willen, al vinden sommige mensen dat ook een beetje eng.’
Tempo moet omhoog
Volgens Karin is het van belang dat onder innovaties een plan ligt. ‘Een innovatie moet passen binnen de totale zorg en daar een onderdeel van zijn. Verder mag het tempo omhoog. Neem Philadelphia. Waarom gaat het opschalen van innovaties vaak zo langzaam? Daar ben ik wel benieuwd naar.’ Xenia: ‘Het ligt niet aan de cliënten of de medewerkers. De belangrijkste bottleneck is het tempo waarin de technologie zich ontwikkelt. Er zijn nog te weinig robots voorhanden. Ze zijn trouwens ook nog behoorlijk duur, € 25.000 per stuk, terwijl de functionaliteit nog beperkt is. Het is trouwens een utopie dat we ooit voor iedere cliënt een robot kunnen kopen. Daarom hopen we dat er op enig moment goedkopere robots op de markt komen.’
Antwoord komt van Tesla
De toepassing van technologie en kunstmatige intelligentie in de zorg roept steevast vragen op over ethiek. Xenia geeft een voorbeeld. ‘In ons onderzoek zijn we continu in dialoog met onze cliënten en hun belangenbehartigers, maar ook met medewerkers. We bespreken steeds welke belangen mensen hebben. Het gaat er niet om het maximale uit de technologie te halen. Het gaat erom oplossingen te bedenken waar we allemaal mee gediend zijn. Zo houden we goed in de gaten of cliënten niet een te nauwe band met de robot ontwikkelen of er zelfs afhankelijk van worden. Dat is een ongewenste ontwikkeling. De robot is, net als een telefoon, een apparaat en moet dat ook blijven.’
Toets voor zorginnovaties
VWS, vertelt Karin, heeft verschillende instrumenten in de markt gezet om opschaling van technologie te stimuleren. ‘Zoveel instrumenten zelfs dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. Daarom zijn we bezig ze te comprimeren. Wat we onder meer doen is bemiddelen tussen zorgverzekeraars en de ontwikkelaars van technologie om de opschaling te bewerkstelligen. Verder zijn we samen met Zorgverzekeraars Nederland bezig een model te ontwikkelen waarmee we zorginnovaties kunnen toetsen. Innovaties die daar goed uitkomen, zouden door elke zorginkoper en zorgaanbieder kunnen worden aangeschaft. We juichen het ook toe dat organisaties als Philadelphia en tanteLouise van zich laten horen en verkondigen dat innovatie goed is voor de cliënt.’
Via de chat komt een interessante vraag binnen: ‘Als je voor een oplossing kiest, ben je voor de registratie en interpretatie van de data afhankelijk van de leverancier. Vaak wordt zoiets in een abonnementsvorm gegoten. Daardoor ontstaat afhankelijkheid, die zich slecht verhoudt met innovatiedrang. Hoe voorkomen we dat abonnementen het tempo waarin innovaties plaatsvinden vertragen?’ Hans (SmartQare): ‘Nu zijn robots nog duur, maar als de schaalgrootte toeneemt zullen de prijzen zakken. In Nederland kijken of oplossingen leiden tot zinvolle zorg, dus meer kwaliteit tegen lagere kosten. Uiteindelijk verdienen zorgaanbiedingen dit soort investeringen terug.’ Karin (VWS): ‘De Duitsers hebben hiervoor wetgeving ontwikkeld. We hebben er met hen over gesproken om te zien of we daarvan wat kunnen opsteken. Een soortgelijk gesprek met onze zuiderburen zit in de planning. Verder behandelt de Tweede Kamer binnenkort een wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling. Kortom: het heeft onze aandacht.’
Blij van robots
Waar staan we over vijf jaar? Karin: ‘Dat beseft iedereen in de keten dat innovaties een standaardonderdeel van de zorg zijn – en dat begint al in de opleiding.’ Hans: ‘Over vijf jaar is zonneklaar dat technologie de kwaliteit van de zorg heeft verhoogd.’ Xenia: ‘Over vijf jaar zijn robots een integraal onderdeel van onze zorg. Daardoor kunnen mensen een zelfstandig leven leiden met minder eenzaamheid en een hogere kwaliteit van leven.’ Randall: ‘Over vijf jaar zijn die robots die Xenia wil hebben er. Misschien niet één voor iedere cliënt, maar ik denk dat er dan in Nederland toch al gauw 100.000 in bedrijf zijn. En die zullen dan hebben aangetoond dat de combinatie van big data en neurale netwerken leidt tot robots die onze wereld begrijpen en die ons op alle fronten gaan helpen. Niet alleen in de zorg maar op allerlei aspecten van ons leven. En voor alle duidelijkheid: daar zullen we blij van worden.’
Wil jij het volledige ronde tafel video gesprek ‘Autonome zelfontwikkeling is het sleutelwoord voor een duurzame care sector!’ terug zien? Dat kan hier