Erik Gerritsen, secretaris-generaal van het ministerie van VWS en spreker op het Mobile Healthcare Congres, steekt zijn enthousiasme over eHealth niet onder stoelen of banken. “EHealth verbetert de zorg, verhoogt de productiviteit en verlaagt de kosten. Alleen: het gaat nogal langzaam. Het tempo kan best omhoog.”
In hoog tempo somt secretaris-generaal Erik Gerritsen EHealth-oplossingen op die tot zijn verbeelding spreken. “Wat ik een mooi voorbeeld vind, is de GPS-technologie waarmee je kunt zien of iemand met dementie zich buiten een voor die persoon veilig gebied begeeft. Sensortechnologie in de woning verkleint de kans op vallen. Er zijn ook sensoren die registreren of mensen voldoende eten en die het risico op blaasinfecties signaleren. Er is virtual reality waarmee je mensen met angststoornissen of trauma kunt behandelen. Mensen kunnen zelf meten hoe het staat met hun suiker of met hun bloeddruk. De uitslag van een medisch onderzoek kun je voortaan via de digitale weg ontvangen, zodat je niet drie uur van huis bent voor een gesprek van tien minuten. Moet ik nog even doorgaan?”
Low tech high impact
Het mag duidelijk zijn: Gerritsen omarmt de nieuwe technologieën die zorg efficiënter en beter maken. “En dan vergeet ik nog de robot die mensen eraan herinnert dat ze hun pillen moeten innemen. En telemonitoring van hart- of COPD-patiënten en telemedicine op het gebied van dermatologie. En het is geen toekomstmuziek, hé? Het zijn allemaal oplossingen die al in gebruik zijn.” Er zijn meerdere redenen voor zijn enthousiasme, vertelt hij. “Er komen steeds meer oplossingen beschikbaar om complexe ziektes te bestrijden; denk aan bepaalde medicijnen of operatierobots. Goed dat ze bestaan, want deze high tech oplossingen verbeteren onze zorg. Maar ze zijn ook erg duur. EHealth-oplossingen daarentegen zijn relatief goedkoop. Ze verbeteren niet alleen onze zorg, maar dragen ook bij aan kostenbeheersing. Het gaat al gauw om dubbele cijfers: een kostenbesparing van 20 of 30 procent en soms nog meer. Logisch dus dat VWS de ontwikkeling van deze ‘low tech high impact’ oplossingen toejuicht en ook aanjaagt.”
Preventieve werking
Er is nog een andere component die bij Gerritsen bij wijze van spreken de staart doet kwispelen, namelijk de rol van eHealth-oplossingen bij preventie. “Ongeveer de helft van alle gezondheidsklachten is het gevolg van een ongezonde leefstijl. Voor ons is dat lastig, want in hoeverre mag je je als overheid bemoeien met de persoonlijke levenssfeer? Daar zijn we terughoudend in, al gebruiken we accijnzen om de aanschaf van ongezonde producten minder aantrekkelijk te maken. Mensen verleiden tot een gezonde(re) leefstijl is niet eenvoudig. Met enkel kennis overdragen over de zin van gezonder leven ben je er niet. EHealth kan in dit opzicht echter – in combinatie met gaming – een nuttige rol spelen. Als mensen spelenderwijs ervaren wat het positieve effect van een andere leefstijl is op hun gezondheid, kan dat hen aanzetten om bijvoorbeeld minder alcohol te gebruiken en meer te gaan bewegen.”
Een andere reden voor Gerritsen om eHealth liefdevol te omarmen, is dat het de productiviteit van de zorg vergroot. “En dat is hard nodig. Op dit moment werkt ongeveer één op de zeven mensen in de zorg. Doen we niks, dan wordt dat in 2040 één op de drie. Zoveel zorgprofessionals zijn er simpelweg niet. De productiviteit van de zorg moet dus omhoog. Dat kan alleen met innovatie. Doen we het niet, wordt de zorg onbetaalbaar.”
Kortom: wie zich bezighoudt met eHealth, heeft de zegen van VWS. En het ministerie laat het niet bij mooie woorden, aldus Gerritsen. “Wij creëren randvoorwaarden om het ecosysteem van eHealth te laten floreren. We zorgen voor ‘vruchtbare grond’: een gezonde ICT-infrastructuur, met standaarden voor gegevensuitwisseling, en goede beveiliging van gegevensuitwisseling, zoals een vlotte en betrouwbare identificatie en authenticatie. Voor de rest is het aan het veld: de zorgverzekeraars, de gemeenten, de bedrijven en de zorginstellingen. Verder stimuleren we het klimaat rondom eHealth, bijvoorbeeld door veel communicatie over alle mogelijkheden, door het faciliteren van community-vorming, van health deals, van health impact bonds en door belemmeringen in de bekostiging weg te halen en via een seed capital regeling voor startups.”
Sleutelrol patiënt
Wie dit alles probeert te overzien, zou de indruk kunnen krijgen dat eHealth vooral een verhaal is van de overheid en het bedrijfsleven. Een misvatting, aldus Gerritsen, die de patiënt een sleutelrol toedicht. “Ik roep patiënten wel eens op tot guerrilla. Daarmee bedoel ik dat ze hun huisartsen, fysiotherapeuten en specialisten zouden moeten bestoken met verzoeken om een E-consult of om digitaal een afspraak te kunnen maken. Zodat er meer tijd overblijft voor die situaties waarin face to face contact echt noodzakelijk is. Het systeem is tamelijk conservatief en er is veel koudwatervrees. Maar op het moment dat professionals en patienten ervaring opdoen met eHealth-toepassingen, dan zijn ze meestal snel om. Gelukkig zie ik een innovatieve onderstroom die aan het aanzwellen is richting bovenstroom. Daar zijn we allemaal bij gebaat.”