“eHealth-monitor laat zien wat nodig is om op te schalen” – Nictiz

In november wordt de vijfde eHealth-monitor door Nictiz en het NIVEL aangeboden aan de secretaris-generaal van VWS. Daarna, op het Mobile Healthcare Congres, zullen Lies van Gennip en Myrah Wouters in detail ingaan op de bevindingen. Hierbij alvast een voorproefje.

Mensen die goed ingevoerd zijn in eHealth zijn het over twee zaken eens. Ten eerste: er gebeurt op dit gebied van alles. Ten tweede: het vlot nog niet erg met de opschaling. Maar dat zou binnenkort wel eens kunnen veranderen, aldus Lies van Gennip (directeur Nictiz). “We hebben zojuist weer onze jaarlijkse eHealth-monitor gehouden. Dit keer hebben we speciaal gekeken naar wat er nodig is om op te schalen. We vonden zaken die het Informatieberaad en de koepels echt kunnen helpen om de eHealth-agenda verder vorm te geven.”

Vraag naar gemaksdiensten
De kracht van de eHealth-monitor is volgens Van Gennip dat het tijdens onderzoek heel goed wordt geluisterd naar patiënten en wat zij werkelijk willen. “Patiënten zijn een groot voorstander van gemaksdiensten. Denk aan het maken van een afspraak via internet of het aanvragen van een herhaalrecept. Ziekenhuizen en huisartsen willen die diensten ook wel realiseren. Daarom zien wij met name goede kansen voor de uitbreiding van de gemaksdiensten.”

Meer regie
De afgelopen jaren schoten her en der prachtige bloemen op in het eHealth-landschap. Vele daarvan legden na de projectperiode al snel het loodje. Zonde van al die investeringen in tijd en geld. Dat moet stoppen, dat vindt iedereen. Liever aansluiten op bestaande systemen. Van Gennip: “Dat gebeurt nu ook. Sinds een jaar of twee worden daarvoor landelijke programma’s opgezet vanuit het Informatieberaad, een bestuurlijke samenwerking tussen deelnemers uit het zorgveld en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Gezamenlijk werken de leden van het Informatieberaad aan een duurzaam informatiestelsel. Ook zijn landelijke afspraken gemaakt. Denk aan de persoonlijke gezondheidsomgevingen, het programma Medmij en het VIPP-programma, dat leidt tot een structuur waarop we kunnen voortbouwen. Je ziet dus dat er meer regie op komt, waarbij het ministerie van VWS het proces faciliteert.”

Thuis werken aan herstel
Open deur of niet: de rol van de patiënt wordt steeds belangrijker, zegt Van Gennip. “Over tien jaar zal de patiënt veel beter geïnformeerd zijn dan nu het geval is. Hij zal ook steeds meer zelf regie nemen over zijn behandelproces. Dat moet ook wel – zeker bij chronisch zieken – omdat anders de zorgkosten te hoog oplopen. Verder verwacht ik dat zorginstellingen meer gaan samenwerken rond de patiënt, daarin gesteund door eHealth, zodat mensen vaker thuis kunnen werken aan hun herstel.”

Myrah Wouters, programmaleider eHealth-monitor, coördineert het (trend)onderzoek. “Omdat we dit nu voor het vijfde jaar hebben gedaan, krijgen we een steeds scherper beeld van de trends. Wat onder meer opvalt, is dat het gebruik van eHealth-oplossingen achterblijft bij het aanbod. Met andere woorden: er wordt veel ontwikkeld, maar lang niet alles wordt gebruikt. Dat komt onder meer omdat maar weinig mensen het complete aanbod kennen. De communicatie daarover kan beter, zo lijkt het.” En verder? Wouters: “We hebben meer inzicht gekregen in de trends en in hoe we meer grip kunnen krijgen op eHealth, zowel op het aanbod ervan door zorgverleners als op het gebruik door patiënten en hoe zij de regie kunnen nemen. Ik realiseer me dat dat een beetje cryptisch klinkt, maar meer kan ik er nu nog niet over kwijt. Wie er het fijne van wil weten, moet op 23 november naar het congres komen!”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mobile Healthcare website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright ©2024